Skip to main content

Actueel

Een succesvolle NGF-aanvraag (deel 1): het consortium

Het Nationaal Groeifonds is een veelbesproken onderwerp bij ERAC. Wat zijn de stappen en belangrijke overwegingen tijdens zo’n aanvraagtraject? Bestaat er zoiets als een succesformule? In deel 1 bespreken ERAC-adviseurs Celine van Soest en Anne Sampson de timing en het samenstellen van een consortium.

Laten we beginnen met de basis. Wat is het Nationaal Groeifonds?
Celine: “Dit is een belangrijk instrument voor het financieren van grootschalige en baanbrekende innovaties in Nederland. Het fonds bedraagt 20 miljard euro en is opgericht om projecten te financieren die bijdragen aan de economische groei van Nederland. Zodat we ook in de toekomst een sterke positie hebben in de wereldeconomie.”

Anne: “Voor bedrijven en organisaties is het een belangrijk fonds dat ze de mogelijkheid biedt om financiering te krijgen voor projecten die anders waarschijnlijk niet gefinancierd kunnen worden. Zo kan het bijvoorbeeld gaan om investeringen in nieuwe technologieën of duurzame oplossingen die veelbelovend maar risicovol zijn.”

Hoe lang duurt gemiddeld de voorbereiding van een NGF-aanvraag?
Celine: “Het is belangrijk om minimaal een jaar uit te trekken voor het proces. Een half jaar om de basis te leggen en vervolgens een half jaar om van een goede basis tot een goede aanvraag te komen. Als je een half jaar van tevoren pas start, ben je te laat om een gedegen project te ontwikkelen.”

Waar moet je tijdens de planning rekening mee houden?
Anne: “Het begint allemaal met de penvoerder die iets wil bereiken. Er moet veel tijd vrijgemaakt worden om het doel uit te kristalliseren tot een financierbaar programma. Als je weet wat je wil bereiken, weet je ook wat jouw eigen rol daarin kan zijn. En dus welke andere partijen je nodig hebt om dat doel te kunnen bereiken.”

Celine: “Om partijen aan boord te halen, heb je een basisontwerp nodig met voldoende inhoud en de mogelijkheid om dit door te ontwikkelen samen met de partners. Het organiseren van een project van 1 miljoen euro met 5 partners is niet te vergelijken met een programma van circa 400 miljoen euro met 20-50 partners. Zelfs potentiële klanten realiseren zich niet volledig wat er allemaal komt kijken bij een NGF-traject.”

Het traject wordt dus vaak onderschat.
Anne: “Dat klopt. Het vergt enorm veel tijd van de penvoerder (onze klant) en de andere kernpartners. Denk aan meerdere mensen die parttime of fulltime gedurende een half jaar à een jaar met de ontwikkeling van de aanvraag bezig zijn. De kosten voor het consortium zijn dus aanzienlijk. En dan hebben we het nog niet eens over alle partners die ook tijd investeren in onder andere het aanleveren van input, het opstellen van de begroting, het schrijven van teksten en de afstemming.”

Celine: “Daarom willen we alleen de meest kansrijke programma’s ondersteunen. We bouwen dus go/no go-momenten in tijdens het traject.”

Wat bespreken jullie tijdens die go/no go-momenten?
Celine: “Denk hierbij aan de haalbaarheid om binnen de beschikbare tijd tot een succesvolle aanvraag te komen. Die haalbaarheid wordt mede bepaald door een evident verdienvermogen, gebalanceerd consortium met kennisinstellingen en (mkb) bedrijven en voldoende cofinanciering vanuit de partners. Dit doen we om de opdrachtgever te beschermen. Soms adviseren we om te wachten tot een volgende ronde. Maar … dat betekent dat je wel nog minstens twee jaar moet wachten totdat het project daadwerkelijk kan starten. Dat komt omdat na indiening van de aanvraag het nog ongeveer een jaar duurt voordat je een beschikking hebt bij een positief advies van de beoordelingscommissie. De vraag is dus of je zo niet het momentum voor de innovatie verliest.”

Wat zijn de belangrijkste succesfactoren voor een consortium in een groeifonds-traject?
Anne: “Een goede balans van kennisinstellingen en bedrijven (mkb’s), samen met relevante organisaties in het ecosysteem. Wij zullen niet zo snel zeggen: hier heb je de TU Delft bij nodig, maar we adviseren wel dat het aanhaken van een technische universiteit raadzaam is. Met als doel aanhaken bij bestaande ontwikkelingen in het betreffende werkveld.”

Celine: “Het opbouwen van een consortium is een doorlopend proces. Vaak begint het met een kerngroep van organisaties en komen er in de loop van de tijd meer partijen bij. Ook kunnen er tijdens het proces weer partijen afvallen, vooral wanneer het moment komt om de detailbegroting uit te werken en de commitment letters te ondertekenen. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat partners 50 procent van de kosten zelf moeten financieren en dit niet willen of kunnen. Of omdat er geen akkoord vanuit het management komt. Daarom is het belangrijk dat de initiatiefnemer vanaf het begin een realistisch en gedetailleerd beeld kan geven van de subsidievoorwaarden aan mogelijke consortiumpartijen.”

Anne: “Voor een succesvol NGF-traject is het essentieel dat de initiatiefnemer een sterk kernteam heeft dat een afspiegeling vormt van het consortium. Het ideale kernteam bestaat uit partijen die medeverantwoordelijkheid en eigenaarschap nemen over het project.”

Kunnen jullie iets vertellen over het ideale aantal partijen in een consortium?
Anne: “Dat is een ingewikkelde afweging. Het heeft deels te maken met de voorwaarden die het Nationaal Groeifonds stelt. Het NGF wil een grote financiële omvang zien: een minimale projectomvang van 30 miljoen euro en een minimale subsidie van 125.000 euro per partner. Tegelijkertijd wil de commissie vooral bij de subsidieroute veel concreetheid in het project zien. Ook een substantiële deelname en cofinanciering vanuit het bedrijfsleven is daarbij belangrijk. Bij de departementale route is er ook de mogelijkheid voor het opnemen van subsidieregelingen. Dat maakt het mogelijk om tijdens de uitvoering van het programma nog nieuwe partners aan te laten sluiten. Voordeel is dat het basisconsortium dan kleiner is. Nadeel is dat het project in de ontwerpfase minder concreet is en minder commitment vanuit het bedrijfsleven kent.”

Celine: “Voor kleine en middelgrote bedrijven is het moeilijk om grote bedragen te cofinancieren en de interne capaciteit paraat te hebben om grootschalig activiteiten uit te voeren. Dat betekent dat je al snel veel partners nodig hebt om een substantieel project te vormen. Alternatief is om met lead partners te werken die bedrijven inhuren voor activiteiten. Dit maakt cofinanciering voor die bedrijven echter moeilijker. Met meer kleine en middelgrote bedrijven kan je dus een hoger cofinancieringspercentage realiseren.”

Anne: “We hebben twee grote consortia van zestig en negentig partijen begeleid. Dit maakte het voorbereidingstraject behoorlijk tijdsintensief. Het voordeel is dat deze projecten een zeer sterke vertegenwoordiging van de sector aan boord hebben. Het zal tijdens de uitvoering van het project ook extra aandacht vragen om zo’n groot consortium in goede banen te leiden.”

Naast timing en opbouw van het consortium heeft het perfecte project voor een National Groeifonds-aanvraag nog een ander belangrijk aspect: het aantonen en onderbouwen van de economische meerwaarde. In deel 2 vertellen Celine en Anne hier meer over.

Contact

Wilt u meer weten over het succesvol indienen van een aanvraag bij het Nationaal Groeifonds? Leer van de ervaringen van ERAC-adviseurs Celine en Anne en vergroot uw kansen op financiering. Neem contact met hen op via info@erac.nl of 073- 700 0340.

Meer artikelen

Actueel

Gecoördineerde aanpak voor meer tempo in circulaire economie

De overgang naar een circulaire economie verloopt te traag. Een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak is een van de noodzakelijke factoren…
Actueel

Start nieuwe periode voor het Europees Cohesiebeleid

Hoe zit de toekomst van het EU cohesiebeleid eruit en welke kansen kan het bieden voor uw regio? Pieter Liebregts…
Actueel

Optimaliseer uw subsidieverantwoording en bescherm het imago van uw organisatie

Voorkom problemen met subsidieverantwoording en zorg voor een vlekkeloos traject, Adviseur Sharon Struijcken geeft tips.