Skip to main content

Actueel

Interreg-aanvraag: 3 tips voor een goede voorbereiding

Met de start van de nieuwe Europese programmaperiode 2021-2027 ontstaan er tal van mogelijkheden om projecten te bevorderen met Europese middelen. Maar waar moet u eigenlijk rekening mee houden als u (voor het eerst) van Interreg gebruik wilt maken? En wat is het verschil met de andere programma’s? ERAC-adviseur Stéphanie Woldringh geeft drie tips om goed voorbereid te beginnen.

Uit de ERAC-monitor blijkt dat er voor Nederland grote kansen liggen binnen het Interreg-programma: in de afgelopen programmaperiode is er maar liefst 417 miljoen euro naar Nederland gegaan. Logisch, want Interreg is zowel voor ondernemers (met name mkb), onderzoekers en de overheid toegankelijk en heeft een brede thematische oriëntatie: van arbeidsmarkt tot klimaatadaptatie en van governance tot mobiliteit.

Uit de ERAC-monitor blijkt dat er voor Nederland grote kansen liggen binnen het Interreg-programma.

Tip 1: het ene Interreg is het andere niet

Interreg kent vier verschillende programmalijnen: A, B, C en D, met in totaal maar liefst 96 verschillende subprogramma’s. Daarbij kennen al deze 96 programma’s op hun beurt weer de volgende zaken:

  • eigen thematische doelstellingen
  • inhoudelijke zwaartepunten
  • eigen contact-points
  • eigen aanvraagprocedures

Begrijpelijk dus dat het op het eerste gezicht lastig lijkt om inzicht in de relevante financieringsopties te krijgen en het overzicht te behouden. Gelukkig hoeven wij ons vanuit Nederland slechts op 9 van de 96 programma’s te focussen.

A-programma’s

Voor projecten met een Nederlandse bijdrage geldt dat de grensoverschrijdende A-programma’s Nederland-Vlaanderen, Duitsland-Nederland en België-Nederland-Duitsland relevant zijn.

B-programma’s

Van de transnationale B-programma’s zijn North-West-Europe, North-Sea-Region en Twee Zeeën toegankelijk voor Nederlandse aanvragers.

C-programma’s

Interreg C richt zich op interregionale projecten, waarbij Nederlandse aanvragers deel kunnen nemen aan Europe, URBACT en ESPON.

Hoewel de programma’s allemaal de naam Interreg dragen, verschillen zij in geografische omvang en dus in het programmagebied. Dus onthoud: het ene Interreg is het andere niet en informeer daarom van tevoren goed of u en uw consortium inhoudelijk en geografisch passen bij het beoogde Interreg-programma!

het ene Interreg is het andere niet en informeer daarom van tevoren goed of u en uw consortium inhoudelijk en geografisch passen bij het beoogde Interreg-programma.

Tip 2: grenzen slechten, de horizon verleggen

De woorden ‘grensoverschrijdend’, ‘transnationaal’ en ‘interregionaal’ kwamen in de vorige alinea al langs en beschrijven het meest kenmerkende aan Interreg: het gaat altijd om internationale samenwerking op een regionaal niveau.

De verbetering van de regionale samenwerking binnen Europa – oftewel ‘grenzen slechten’ – is al sinds de oprichting van Interreg in 1990 de centrale doelstelling. Samenwerking met partners uit andere landen is dan ook essentieel binnen elk Interreg-programma.

Specifieke programma’s

Met welke landen en met hoeveel landen u moet samenwerken, hangt af van het specifieke programma. Zo geeft de naam Interreg Nederland-Vlaanderen al aan dat het om een samenwerking tussen deze twee landen gaat. North-West-Europa daarentegen richt zich op partners uit Ierland, het Verenigd Koninkrijk, België, Luxemburg, Nederland, Zwitserland en delen van Frankrijk en Duitsland.

Het juiste consortium vinden

Maar hoe vindt u nu een passend consortium? Idealiter beschikt u al over een netwerk waaruit u kunt putten. Want hoe bekender en vertrouwder de partners, hoe makkelijker de samenwerking zal verlopen. Het is wel begrijpelijk dat vanwege de omvang van Europa het niet mogelijk is om overal al relevante contacten te hebben waarmee een consortium gevormd kan worden. Niet getreurd, er zijn tal van mogelijkheden.

  • Vanuit de Interreg-programma’s zelf worden er regelmatig thematische matchmaking-sessies georganiseerd.
  • Ook helpen de nationale contactpunten vaak graag om aansluiting te vinden bij een passende partner.
  • Daarnaast kunt u aansluiting zoeken bij tal van Europese (thematische) netwerken en organisaties, en via deze weg uw netwerk uitbreiden.
  • Vaak helpt ook ouderwetse deskresearch om internationaal andere spelers en partijen te vinden die wellicht met dezelfde uitdagingen te maken hebben en vergelijkbare ambities hebben.

Door de specifieke samenwerkingseis is dus niet alleen het vinden en vormen van een geschikt consortium complex, ook in de dagelijkse samenwerking en afstemming zult u uitdagingen in de vorm van taal- en cultuurverschillen tegenkomen. Wanneer u met geduld en begrip voor elkaar samenwerkt, is het verleggen van de eigen horizon een mooie bijkomstigheid – en vaak houdt u aan de samenwerking tal van leuke contacten over.

Ook in de dagelijkse samenwerking en afstemming zult u uitdagingen in de vorm van taal- en cultuurverschillen tegenkomen.

Tip 3: een goed Interreg-project is ook altijd een goed project

Ondanks dat Interreg opvalt door de uiteenlopende thema’s, brede geografische scope en interculturele uitdagingen, blijft het een subsidieprogramma als vele andere. Ook hier geldt dus dat een succesvolle aanvraag altijd begint met een goed project.

  • Dus begin vanuit een concrete behoefte: bijvoorbeeld in uw eigen organisatie, maar denk ook aan vragen vanuit uw netwerk. 
  • Kies vervolgens strategisch partners: wie kan iets bijdragen voor de oplossing? 
  • Denk ook goed na over de structuur, welke werkpakketten zijn er, welke partner gaat welke taken oppakken. Met name taakverdeling is gezien de interculturele uitdagingen binnen Interreg een belangrijke stap. 
  • Ook het opstellen van een gefundeerde begroting met een heldere Europese financieringsbehoefte blijft belangrijk. 

Uiteindelijk zullen deze gedachten ook helpen bij het schrijven van een aanvraag, u heeft tenslotte al veel van het werk verricht.

Kortom …

Interreg is vaak een mooie kans om de eigen ambities te realiseren en tegelijkertijd mee te bouwen aan een sterker Europa. Zoekt u een partner die u kan helpen bij het schrijven van een succesvolle aanvraag? Mail naar stephaniewoldringh@erac.nl en maak het kenbaar!

Nieuwsoverzicht

Meer artikelen

Actueel

ERAC versterkt haar team van partners

19 april 2024. ERAC kondigt met trots aan dat Jolande Wijman, Sharon Struijcken en Anne Sampson zijn toegetreden als aandeelhouders.
Actueel

Financiering van uw project zonder Nationaal Groeifonds?

Wat zijn de alternatieve financieringsmogelijkheden voor innovatieve projecten nu het Nationaal Groeifonds is uitgesteld?
Actueel

Naar een sterker en duurzamer Europa

In dit artikel deelt Sabine Zwaans haar inzichten over de belangrijkste bevindingen van het recent gepubliceerde negende cohesierapport van de…