”Binnen het Interreg NWE programma zijn er twee opties voor het declareren van kosten. De eerste optie is gebaseerd op werkelijke kosten, waarbij specifieke criteria gelden. Deze kosten moeten relevant zijn voor het project, noodzakelijk voor de uitvoering ervan, niet gefinancierd worden door andere fondsen, en gemaakt en betaald worden door partnerorganisaties tussen de start- en einddatum van het project. Het is vereist dat er altijd bewijsstukken aanwezig zijn om de kosten te kunnen verifiëren.
De tweede optie is de vereenvoudigde kostenoptie. Hierbij worden vaste bedragen, percentages of eenheidskosten gebruikt. Het belangrijkste verschil is dat partners deze uitgaven niet hoeven te verantwoorden. De specifieke bedragen of percentages worden berekend op basis van de ingediende aanvraag.
De keuze tussen werkelijke kosten en vereenvoudigde kostenopties is afhankelijk van de betreffende kostencategorie, zoals loonkosten, kantoor- en administratiekosten, reis- en verblijfskosten, externe expertise en diensten, uitrusting en infrastructuur, en bouwwerkzaamheden. Voor projecten met minder dan €5 miljoen aan totaal subsidiabele kosten is het mogelijk om de kosten inclusief BTW te declareren. Voor projecten boven deze grens is de BTW alleen subsidiabel als deze niet teruggevorderd kan worden op basis van de nationale regelgeving.”