Het 9e Cohesieforum: Een reflectie op Europees samenwerkings-beleid
Op 11 en 12 april vond het 9e Cohesieforum plaats. Pieter Liebregts deed mee en deelt zijn ervaringen over het forum en wat het ons leert over de huidige stand van zaken van het cohesiebeleid en waarom de focus op cohesie, vooral vanuit regionale behoeften, noodzakelijk is voor een sociaaleconomisch voortvarende toekomst.
De invloed van cohesiebeleid
Cohesiebeleid is erg belangrijk voor alle organisaties die zich bezighouden met regionale ontwikkeling of de effecten ervan ondervinden, zoals lokale overheden en innovatieve mkb’ers. Het is direct gerelateerd aan het bestaansrecht van de EU en komt tot uiting in fondsen zoals EFRO, JTF en ESF, die vele projecten financieren. De huidige discussies zullen invloed hebben op het nieuwe cohesiebeleid voor de volgende programmaperiode (vanaf 2028).
Reflectie op cohesiebeleid binnen de EU
Zoals eerder beschreven, is het cohesiebeleid een van de voornaamste terreinen van de EU. Het staat direct in verband met het bestaansrecht van de EU, gericht op het verminderen van welvaartsverschillen binnen de EU. Tijdens het forum werd duidelijk dat het cohesiebeleid een grote impuls geeft aan de interne markt door deze verschillen te verkleinen. Dit bevordert de ontwikkeling van de interne markt, wat resulteert in meer en toekomstbestendigere banen, verbeterde vaardigheden en innovatie vanuit lokale en regionale initiatieven en kracht.
Diversiteit in aanpak
Cohesie is nooit af. Onze economieën zijn voortdurend in verandering en de randvoorwaarden, zoals demografie, ecologie en geopolitiek zijn niet constant. Het is ongegrond om het cohesiebeleid in twijfel te trekken met simplistische retrospectieve vergelijkingen. Dit betekent niet in dat we niet kunnen werken aan meer effectiviteit en prestatiegerichtheid, en dat we het cohesiebeleid niet kunnen moderniseren om beter aan te sluiten bij de huidige tijd.
Uitdagingen in uitvoering en modernisering
Tijdens het forum waren veel regionale bestuurders aanwezig. De verschillende paneldiscussies concentreerden zich op de eerdergenoemde kwesties. Wat mij opviel, was de discussie over de mate waarin het cohesiebeleid meer een top-down aanpak, met centrale sturing, moet volgen, of juist een bottom-up aanpak, waarbij decentrale overheden hun regisserende, initiërende en organiserende rol kunnen behouden. Deze discussie werd aangezwengeld door de ervaringen met het Recovery & Resilience Fonds (RRF) dat werd ingesteld als reactie op de Covid-pandemie. Hierbij worden plannen op nationaal niveau bepaald, waarna de lidstaat hierover afspraken maakt met de EC. Dit lijkt op het eerste gezicht een minder complexe manier van afspraken maken.
Inspelen op nieuwe Initiatieven
Het uitvoeringssysteem van het cohesiebeleid moet echter wel enige complexiteit behouden vanwege de gelaagde bestuursstructuur. Maar alle betrokken niveaus, niet alleen de EU, moeten de processen vereenvoudigen. Dit betekent dat er meer geïnvesteerd moet worden in de publieke capaciteit en de vaardigheden van regionale functionarissen en jongere generaties die deze functies bekleden, vooral in minder ontwikkelde regio’s. Bovendien blijkt uit de uitvoering van het RRF dat hoewel de opzet eenvoudig lijkt, de uitvoering ervan niet veel minder complex is.
Regionale benadering en economisch beleid
Er wordt overwogen om inspiratie te halen uit het RRF, maar dit vereist een grondige analyse, aangezien het een volledig nieuw initiatief is dat nog niet bewezen heeft te werken. Misschien is het tijd voor meer differentiatie op basis van objectieve criteria. We moeten dus niet alles verwerpen, maar wel kijken naar de mogelijkheden en praktijkvoorbeelden in de uitvoering. Ik ben ervan overtuigd dat een regionale aanpak het beste past bij de specifieke uitdagingen van een regio. Zoals de Rabobank recentelijk ook benadrukte, moet er een gezond regionaal economisch beleid worden gevoerd om het potentieel van de regio optimaal te benutten. Dit vereist wel gerichte focus en onderbouwde keuzes.
Innovatie en duurzaamheid in cohesiebeleid
De introductie van Smart Specialisation strategies,10 jaar geleden, was een goede start. Het wordt steeds duidelijker dat als de EU en haar lidstaten er niet in slagen om een samenhangende en effectieve strategie van concurrerende duurzaamheid uit te voeren, onze sociaaleconomische welvaart in gevaar komt, die gebaseerd is op de fundamenten van de afgelopen jaren. Met een begroting van slechts 1% van het bbp van de EU, is het overduidelijk dat deze niet voldoende is om alle problemen op te lossen, gezien de uitdagingen waarmee de EU en haar regio’s worden geconfronteerd. Het cohesiebeleid, ondanks een budget van 380 miljard euro voor zeven jaar, kan daarom niet aan alle eisen voldoen; de uitdagingen zijn groter dan dat.
Naar een toekomstbestendige Europese economie
Desondanks is het belangrijk dat we vasthouden aan cohesie en blijven gebruikmaken van de beschikbare instrumenten. De cijfers tonen aan dat dit effectief is en vruchten afwerpt. Uit de monitor “Besteding Europese middelen in Nederland” blijkt dat de cohesie-instrumenten veelbelovende ecosystemen hebben ondersteund die nu bijdragen aan het verdienvermogen van de EU. Deze ecosystemen zijn aanvankelijk gesteund door subsidies in een vroeg stadium en zijn inmiddels uitgegroeid tot Europees (en wereldwijd) toonaangevende ecosystemen. Maar het is ook nodig om te kijken naar manieren om zaken te moderniseren en de autonomie en veiligheid van de EU verder te versterken, mede door middel van cohesie. Ik geloof dat dit hand in hand kan gaan, waarbij projecten op pan-Europees niveau worden uitgevoerd die zowel bijdragen aan de cohesiedoelstellingen als aan de autonomie van Europa op het gebied van grondstoffen en technologie.
De kern is de noodzaak van collectieve inspanningen om een toekomstbestendige, duurzame en sociale economie te vormen, met digitale en geopolitieke veiligheid voor Europa. Cohesiebeleid draagt onmiskenbaar bij aan het verwezenlijken van dit doel, waarbij projecten op verschillende schaalniveaus van belang zijn, van lokaal en regionaal tot nationaal en pan-Europees. Dit omvat het vinden van lokale, repliceerbare oplossingen tot het verduurzamen en circulair maken van gehele Europese ketens.
Het 9e Cohesieforum heeft ons ons herinnerd aan het voortdurende belang van cohesiebeleid binnen de EU. Terwijl we vooruitkijken, is het noodzakelijk om vast te houden aan het versterken van cohesie en het benutten van beschikbare instrumenten, ondersteund door veelbelovende resultaten en ecosystemen. Tegelijkertijd moeten we blijven innoveren en samenwerken aan een toekomstbestendige, duurzame en sociale economie, waarbij cohesiebeleid op diverse niveaus een belangrijke rol speelt. Voor verdere gedachtewisselingen over dit onderwerp, neem gerust contact met mij op.