Programmamanager – Kevin Schelvis

Hoe ziet een reguliere werkdag er voor je uit?

“Als programmamanager ben ik verantwoordelijk voor ongeveer 30 projecten. Ik streef ernaar minstens één keer per jaar een project te bezoeken en ben altijd verrast door de innovatieve ideeën die ik tegenkom. Bijvoorbeeld een aardappelboer in Zeeland die resistente aardappels tegen verzilting ontwikkelt. Dat is belangrijk voor de voedselzekerheid en de export.
Naast het contact over de projecten, bestaat een groot deel van mijn dag uit interne vergaderingen en afstemming met mijn collega’s om alles in goede banen te leiden. Soms zijn er projecten die wat meer aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld bij een dreigend faillissement, uitdagingen binnen het consortium of vergunningsproblemen. Ik bespreek dan mogelijke oplossingen of veranderingen met de betrokkenen en werk samen aan een oplossing.”

Wat vind je het leukste aan je werk?

“Ik vind het fijn om naar buiten te gaan, bijvoorbeeld naar projectbezoeken, voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren of om presentaties te geven. Ik houd ervan om met mensen te communiceren en snel dingen te fixen. Om projecten van een initiële projectschets naar de innovatie van morgen te zien groeien maakt het een fantastische job. Als programmamanager zie ik Zuid-Nederland innoveren en veranderen. In veel gevallen kan dat niet zonder de bijdrage van de Europese Unie. Om in de praktijk het snijvlak tussen Europa en regionale ontwikkeling dag in dag uit mee te maken, vind ik prachtig.”

Hoe is de werksfeer?

“Binnen het team heb je veel vrijheid om je eigen pad te bewandelen en te zeggen wat je minder leuk vindt en wat je liever zou doen. We lachen veel maar zijn ook open en eerlijk naar elkaar en naar de projecten, ook wanneer de boodschap soms minder florissant is. Soms wordt er gedacht dat Europese financiering wat stoffig of traag is, maar dat is echt niet zo.
De Work-life balance is voor mij belangrijk omdat ik graag sport. Als ik thuis werk, kan ik bijvoorbeeld om 4 uur even gaan lopen en daarna weer aan de slag. Het is mijn eigen verantwoordelijkheid om mijn werk te doen, het draait ten slotte om de output en goedlopende projecten.”

Hoe draagt jouw werk bij aan de maatschappelijke uitdagingen?

“Mijn werk draagt bijvoorbeeld bij aan het grotere doel van de energietransitie, waarbij we overstappen op schone en duurzame energiebronnen in plaats van afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Ik ben nauw betrokken bij projecten die zich richten op het verbeteren van opleiding en vaardigheden voor mensen en bedrijven die werken met de nieuwe technologieën. Want niet alleen technologieën als zonnepanelen, windmolens en warmtepompen zijn van belang, maar ook de infrastructuur die daarbij nodig.

Ik geloof echt in de mogelijkheid om Nederland en de wereld op een duurzame manier in te richten en ik draag daar op mijn eigen manier aan bij.”

Waar kijk je in jouw werk met trots op terug?

“Nou, ik denk het REACT-EU programma, dat gericht was op herstel na COVID-19. Er moest in korte tijd veel geld verspreid worden en dat was niet makkelijk. Waar ik met trots op terugkijk is het feit dat ik in korte tijd mijn netwerk flink heb uitgebouwd en dat mijn bijdrage om van de projecten een succes te maken, in het veld erg gewaardeerd werd. Die waardering stimuleerde mij een presentatie te houden voor 200 mensen in het provinciehuis. Ik vond het wel spannend, want toen ik de zaal zag met al die microfoons, dacht ik even: “Oh mijn god, het lijkt wel de Verenigde Naties”. Achteraf kreeg ik complimenten van mensen dat mijn verhaal helder was en goed te volgen. Dat geeft een kick maar tegelijkertijd stap ik daarna ook weer lekker nuchter op mijn OV-fiets, op weg naar de volgende uitdaging.”

Wat zou je toekomstige collega’s willen meegeven?

“Kom eens langs voor een kop koffie! Het werk moet bij je passen en geen dag is hetzelfde, maar kom gewoon eerst eens een praatje maken met mij of onze directeur en oordeel zelf!”