Skip to main content

Interregionaal Innovatie Investeringsinstrument (I3)

Algemeen Algemeen

Doel

Het nieuwe Interregionaal Innovatie Investeringsinstrument – afgekort tot I3 –  heeft als doel om interregionale innovatieprojecten te ondersteunen in commercialiserings- en opschalingsfasen. Daarnaast zet het programma in op het bieden van instrumenten om regelgevende en andere belemmeringen te overwinnen en projecten op investeringsniveau te brengen. Nederlandse partijen kunnen meedoen in beide onderdelen van het programma: 1)  financiële en adviserende steun voor investeringen in interregionale innovatieprojecten en 2) financiële en adviserende steun voor het ontwikkelen van waardenketens in minder ontwikkelde regio’s.

Inhoud Inhoud

Prioriteiten

De programmaonderdelen zijn verdeeld in ‘strands’. Er zijn drie inhoudelijke prioriteiten, namelijk Digitale Transitie, Groene en Klimaat Transitie en Slimme productie. Deze prioriteiten gelden voor alle onderdelen van het programma, ongeacht of deze gericht zijn op meer of minder ontwikkelde regio’s in Europa.

Het programma omvat twee strands:

Strand 1: Innovatie Acties (IA) gevorderde partnerschappen:

  • Projecten moeten zich richten op het ontwikkelen, verbinden of complementair gebruik maken van faciliteiten om innovatieve oplossingen te testen en/of demonstreren
  • Dit moet gedaan worden door een portfolio van projecten te ontwikkelen met een samenwerkingsverband (zie hiernaast)
  • Investeringen moeten zich richten op een TRL-niveau van 6 tot en met 9
  • De financiering die toegekend wordt aan een consortium, moet daarna gedistribueerd worden naar eindbegunstigden. Het is de bedoeling dat financiering uiteindelijk terecht komt bij mkb’ers en bedrijven

Strand 2a: Vereenvoudigde Innovatie Acties (SIA) voor minder ontwikkelde regio’s:

  • Inhoudelijk is deze strand vergelijkbaar met strand 1, maar zijn de criteria om deel te kunnen nemen “lichter” en gaat het om kleinere projecten wat betreft omvang

Strand 2b: Capaciteitsopbouw voor minder ontwikkelde regio’s:

  • Activiteiten moeten zich richten op het ontwikkelen van capaciteit om te participeren in internationale activiteiten
  • In tegenstelling tot de andere strands zijn de begunstigden hier vooral quadrupel helix partijen

Aandachtspunten en voorwaarden

  • Voor beide onderdelen van strand B geldt dat een consortium moet bestaan uit 1) minimaal drie regio’s/landen en hun innovatie ecosystemen en 2) waarvan ten minste één ontwikkelde regio
  • Samenwerking is verplicht binnen het programma. De precieze eisen aan het samenwerkingsverband zijn afhankelijk van de call
  • Het programma richt zich voornamelijk op projecten (en projectportfolio’s) met een hoger volwassenheidsniveau; projecten moeten zich in de commercialiserings- en opschalingsfase bevinden
  • Toegekende financiering moet uiteindelijk belanden bij eindgebruikers zoals bedrijven en het mkb

Meer weten over dit onderwerp?

Wij beantwoorden al uw vragen.

Neem contact op