Skip to main content

Actueel

Nationaal Groeifonds (NGF): Verdienvermogen betekent meer aandacht voor barrières

De eerste NGF-programma’s die het verdienvermogen van de BV Nederland moeten gaan stutten zijn inmiddels bekend. Dit financieel instrument gaat verder dan het aan elkaar rijgen van subsidieprogramma’s en publieke leningen en is wat dat betreft een unieke kans om structureel iets te doen aan het verdienvermogen. Toch mag de maatschappelijke kant in de programma’s zeker niet vergeten worden. In dit blog leg ik uit waarom dat zo belangrijk is.

Er schuilt een relevante discussie in de term ‘vermogen’. Het betekent volgens de Dikke van Dale: ‘de capaciteit/ kracht/ macht’. De capaciteit om iets te verdienen betekent in mijn optiek ook meer focus op de barrières die verdiencapaciteit in de weg zitten. Deze aandacht voor barrières voor innovatie zou nadrukkelijker in beoordelingsrondes centraal gesteld moeten worden, of anders in separate openstellingen in het NGF georganiseerd.

Technologie…plus een beetje mens

Er is een vorm van spanning merkbaar in de werkwijze van het NGF. Er wordt een grote nadruk gelegd op technologie als Leitmotiv voor het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen. In een aanzienlijk deel van de NGF-voorstellen is veel technologieontwikkeling aanwezig, hetgeen geïllustreerd wordt door de deelname van (technische) universiteiten en onderzoeksorganisaties die in lage Technology Readiness Levels actief zijn. Een focus op technologie leidt tot de deelname van ‘the usual suspects’ uit het bedrijfsleven die je eveneens in andere subsidieprogramma’s tegenkomt. Het NGF betekent meer geld voor het ecosysteem, maar genereert daardoor ook meer dezelfde activiteiten in andere programma’s. Denk aan het opleiden van PhD’s en postdocs, het financieren van laboratoriumonderzoek en de ontwikkeling van technologische proeftuinen.

Hoewel maatschappelijke uitdagingen heel nadrukkelijk naar voren worden gebracht in beleidsstukken en financieringsprogramma’s, constateer ik dat de maatschappelijke kant van vraagstukken zelden centraal staat. Ja, er zijn maatschappelijk verantwoorde kunstmatige intelligentie projecten (ELSA Labs) in het Nederlandse AI-programma en er is aandacht voor de rol van ‘human factors’, maar veel projecten zijn simpelweg gedreven door ‘technology push’ … plus een beetje mens of maatschappij. Dat is een gemiste kans en doet zelfs geen recht aan de inhoud in sommige gevallen. Het verdienvermogen leunt in de beoordeling van het NGF, maar ook in Europese fondsen, nog te veel op de drijvende kracht van technologie voor economische ontwikkeling. Als we dieper ingaan op de complexiteit van maatschappelijke uitdagingen, dan komen er veel niet-technologische aspecten aan bod. Die kunnen veel vaker centraal gesteld worden in projecten. Maar dat is onmogelijk als het verdienen van euro’s, of het creëren van toegevoegde waarde in Solow-groeimodellen, de overhand heeft. De continue vermelding van de bijdrage aan maatschappelijke uitdagingen is daarom sterk overdreven omdat een groot deel van de oplossing daar niet ligt.

Maatschappelijke vraagstukken centraal

Het zou geweldig zijn als we een aantal nationale consortia weten te organiseren rond belangrijke vragen als: ‘Hoe geven we de Nederlandse agro-industrie ruimtelijk, economisch en maatschappelijk vorm zodat deze houdbaar blijft voor consument en boer? Hoe borgen we de veiligheid van nationale en internationale fysieke en digitale infrastructuur? Hoe gaan we om met menselijk gedrag als factor in welvaartsziekten? Hoe zorgen we ervoor dat energietechnologie daadwerkelijk achter de deur van de burger wordt geaccepteerd? En hoe gaan we dementiepatiënten extramuraal faciliteren met digitale toepassingen en is dat überhaupt wenselijk? Hoe betalen we het zorgsysteem en experimenteren we met andere systemen? Allemaal vragen die gerelateerd zijn aan ons verdienvermogen, maar niet de technology push centraal stellen in de oplossing.

Maatschappij meer als uitgangspunt van het verdienvermogen

Als we de maatschappelijke uitdagingen niet als bijvangst zien, maar als uitgangspunt van programma’s, ontstaat er een heel nieuw spectrum van mogelijkheden om het verdienvermogen te versterken door juist barrières weg te halen voor innovatie of maatschappelijke uitrol daarvan. Het opent de weg voor de gammawetenschappen van de universiteiten die we rijk zijn in Nederland. Zo heeft Tilburg University samen met haar partners in (Midden-)Brabant een vlucht voorwaarts genomen met het ‘Maatschappelijk Innovatie Programma’ en een academische werkplaats voor brede welvaart. Hierdoor komt veel onbenut kennispotentieel vrij dat voorheen niet werd gefinancierd in de reguliere innovatieprogramma’s. Ter illustratie geef ik twee voorbeelden:

Rechtspleging

Wist u dat er zich jaarlijks 5 miljoen (!) rechtsproblemen voordoen in Nederland bij burgers en bedrijven? Problemen variëren van criminaliteit, geschillen op het werk, discriminatie, gezondheidsproblemen door ongelukken, ontslagen, huisuitzettingen en ga zo maar verder. En een steeds groter deel van deze geschillen wordt onbevredigend opgelost. Vanuit het verdienvermogen geredeneerd is er sprake van hoog verlies aan productiviteit, kwaliteit van leven en natuurlijk veel geld dat wordt besteed aan geschillenbeslechting. Door de rechtspleging productief te laten zijn door geschillen anders op te lossen zonder juridificering, maar met gebruikmaking van het recht, kunnen maatschappelijke baten de komende dertig jaar tot wel € 100 miljard stijgen. Maar ik kan niet keihard stellen dat we de BV Nederland ineens 1% extra BBP garanderen doordat de export stijgt.

Zorgpreventie en diagnostiek

In de zorgsector wordt bijzonder veel aandacht besteed aan het thema preventie. En terecht: voorkomen is beter dan genezen. Onderzoeken tonen aan dat in de toekomst één op de vier mensen (zouden moeten) werken in de zorg. Maar niet alle ziekten zijn te voorkomen en met wearables om je pols los je niet alles op. Dieper kijkend naar de materie rond diagnostiek, valt op dat er juist behoefte is aan nieuwe ketenregie, waarbij technologisch innovatie overigens een veel betere kans heeft op maatschappelijke uitrol.

Vanuit maatschappelijk oogpunt is er behoefte aan de juiste diagnostiek op het juiste moment. De huidige keten van 1e, 2e, en 3e lijnszorg functioneert sub-optimaal, waardoor hoge maatschappelijke kosten ontstaan. Continue doorverwijzingen van huisarts naar specialist, weer terug én weer door naar de volgende specialist, dragen niet bij aan effectieve zorg en behandelingstrajecten. Het leidt tot veel kopzorgen voor patiënten en hogere werklast voor toch al overvraagde huisartsen. Met een arbeidsmarkt waar het aanbod snel krimpt, en de vraag snel stijgt, is het nodig om met laag innovatieve oplossingen te werken die hoge impact hebben. De crux van het verdienvermogen zit in de vraag of we gezamenlijk in staat zijn om een nieuwe ketensamenwerking te organiseren die zorgt voor nieuwe dynamiek tussen huisartsen, labs, specialisten, verzekeraars en patiënten. Door het ketenvraagstuk centraal te stellen en de veiligheid van gegevens uitwisseling, kijk je naar de kern van het verdienvermogen. Dat levert meer op dan sec het bedenken van een BBP-bijdrage van mobiele MRI-locaties, in-vitro technologie of geautomatiseerde bloedprikmachines.

De maatschappelijke kant van het verdienvermogen staat zelden centraal.

Een betere duiding van verdienvermogen en meer aandacht voor maatschappij

Het is hoog tijd voor een bredere duiding van de term ‘verdienvermogen’, die de maatschappelijke essentie of de innovatiebarrière centraal stelt. Dat kan op diverse manieren door het NGF worden georganiseerd. De reguliere stimuleringsprogramma’s staan bol van de verwijzingen naar maatschappij, maar beoordelen op investeringen, arbeidsplaatsen en andere economisch klassiek-economische variabelen. Een goede maatschappelijke kosten-baten analyse is nog altijd bedoeld om maatschappelijke effecten zoveel mogelijk in euro’s uit te drukken. Maar veel vraagstukken die onze capaciteit tot het creëren van brede welvaart mogelijk maken, zijn daar niet in te vatten.

Maatschappelijke impact en verdienvermogen vragen om het oplossen van obstakels die innovatie in de kiem smoren, of maatschappelijke uitrol van veelbelovende technologie wurgen. Dat doe je niet door ellenlange berekeningen uit te voeren met complexe MKBA-analyses die aanname op aanname stapelen en de maatschappelijke relevantie proberen uit te drukken in euro’s. Dat doe je door een aantal ketenvraagstukken in Nederland centraal te stellen en gericht projecten daar op uit te vragen. Maak het challenge based: Hoe doorbreken we de huidige stikstofcrisis met een nieuwe balans tussen economie, maatschappij en ruimte? Hoe betalen we het toekomstige zorgsysteem? Hoe zorgen we voor een nieuwe machtsbalans in de agrifood keten? Uitstekend materiaal voor het NGF en projectideeën volop!

Meer weten?

U kunt altijd vrijblijvend contact met mij opnemen via huubsmulders@erac.nl of 06 27 82 57 83.

Nieuwsoverzicht

Meer artikelen

Actueel

Het 9e Cohesieforum: Een reflectie op Europees samenwerkingsbeleid

Pieter Liebregts deelt zijn inzichten na het 9e Cohesieforum en legt uit waarom regionale focus noodzakelijk is voor een sociaaleconomisch…
Actueel

ERAC versterkt haar team van partners

19 april 2024. ERAC kondigt met trots aan dat Jolande Wijman, Sharon Struijcken en Anne Sampson zijn toegetreden als aandeelhouders.
Actueel

Financiering van uw project zonder Nationaal Groeifonds?

Wat zijn de alternatieve financieringsmogelijkheden voor innovatieve projecten nu het Nationaal Groeifonds is uitgesteld?